Beautiful Freaks

alternative music pirate radio / reviews

festival

Haldern is een dorp vlakbij de Duits-Nederlandse grens. Groter dan Werchter of Landgraaf, andere festivaldorpen, met naast de bekende kerk – in Haldern een mooie gothische met achterin prachtig glas-in-lood, uw verslasggever heeft er een kaarsje brandend achtergelaten – een grote supermarkt, wat bakkers, een pizzeria waar ook het ijs goed smaakt en, niet te vergeten, een plaatselijke kroeg. Ook wel bekend als de Haldern Pop Bar. In de achtertuin van deze bar heeft Wolfgang Linneweber van het Haldern Pop-festival de persleden, herkenbaar aan het gouden keycord om hun nek met een kaartje met de tekst presse eraan vast, bij elkaar geroepen voor een persconferentie. Een zonnige zaterdago chtend. Wolfgang, binnen Haldern bekend als ‘Linne’, vertelt over het festival, de filosofie erachter en de toekomst ervan, maar tijdens het traditionele vragenvuurtje na zo’n toespraak blijkt de Duitse pers vooral geïnteresseerd te zijn in de misstanden rondom de Spiegelzelt op donderdag, en dan vooral de veel te lange schlange. De discussie tussen de journalisten die daaruit oplaait eindigt helaas onbeslist, omdat de Groningse band The Black Atlantic in de bar een optreden gaan geven. Goed, maar iets te druk om echt wat van mee te krijgen, zeker als je maag rammelt.

Nee, voor uw verslaggevers begint de laatste dag van Haldern Pop 2010 pas in de late middag, met Fanfarlo. Het Zweeds/Britse vijftal maakt een combinatie van indiefolk, baroque-pop en post-punk. De muziek is vrolijk en past dus goed bij de onverwachts hete nazomerzon die die dag scheen. Het grootste probleem van Fanfarlo is dat de band geen echte hit heeft: een nummer waarop je als luisteraar eigenlijk het hele optreden wacht en dat, als het tegen het einde van de set gespeeld wordt, een golf van euforie door het publiek heen laat gaan, ontbreekt.

Hoewel zowel de mainstage als de Spiegelzelt elkaar goed afwisselen qua geprogrammeerde bands, weet geen enkele muziekgroep ons echt te boeien. Frightened Rabbit klinkt vanuit de perstent als een cliché indierock-bandje met een folk inslag, waarvan de leden ongetwijfeld baarden hebben. Blood Red Shoes, een jongen-meisje duo à la The White Stripes bestaande uit Steven Ansell op drums en Laura-Mary Carter op gitaar, is geen typische Beautiful Freaks muziek en op een enkele meescheeuwer na weet de garagepunk van de twee ons niet enthousiast te maken. De Ierse Villagers hadden we dan wel erg naar uitgekeken, mede dankzij hun nominatie voor de Mercury Music Prize, maar helaas hebben we de band moeten missen.

Iets leuks hoorden we pas weer in de avond, namelijk Pitchfork-bandje Bear in Heaven in de tent. Vanwege de hitte daarbinnen bleven wij buiten voor het scherm zitten om te kijken, maar ook daar bleef het optreden overeind. De muziek van deze hippe jongens uit – het zou eens niet – Brooklyn, New York, laat zich moeilijk beschrijven. Experimenteel, dat zeker. Duistere indierock met veel achtergrondgalm wordt gecombineerd met krautrock-achtige electronica, overgoten met psychedelica en daarvan maakt de band dan popmuziek. Ongetwijfeld een leuke verrassing.

De artiesten die Haldern Pop dit jaar afsloten waren alledrie van hoog niveau en achter elkaar een ware killer-combi. Die begon met The Tallest Man on Earth – nee, hij is níet heel lang – om een uur of 10. Alleen gewapend met een gitaar en zijn stem, die klinkt als Bob Dylan die The Beatles’ Twist and Shout heeft gezongen, speelt de Zweedse Kristian Matsson intens mooie liedjes. Love Is All is zijn variant van een liefdesliedje – ronduit duister, met de meer dan memorabele regel ‘Love is all, from what I’ve heard, but my heart’s learned to kill / Oh, mine has learned to kill‘. Zelfs van het stemmen van zijn gitaar maakt Matsson wat moois, en het is dan ook een grote programmeerfout om The Tallest Man on Earth slechts een halfuur te laten spelen – hij vond het zelf ook jammer.

Na dit veel te korte halfuur van verstillende en bij vlagen dromerige muziek schudden de woozy sounds van Yeasayer – ja, ook zij komen uit Brooklyn – het publiek weer even lekker wakker. Wat ons vooral verbaasde was hoe anders de liedjes van Yeasayer per optreden klinken. Dit is nu de vierde keer dat we de groep live aan het werk zien – een stuk beter geplaats op het hoofdpodium in plaats van in de tent, zoals op Rock Werchter – en een liedje is geen twee keer hetzelfde. Maar altijd even dansbaar en natuurlijk die typische Yeasayer-sound. Voorlopig blijven ze nog niet vervelen.

En dan, na lang maar aangenaam wachten, de headliner van het Duitse Haldern Pop: The National. In Tivoli, Utrecht hadden we al kunnen aanschouwen hoe hun muziek live aan intensiteit wint en regelmatig overweldigend groots kan klinken, sacraal haast. Met gevouwen handen spuugt Matt Berninger de zinnen soms ziedend uit. Uit elk nummer spreekt een bepaalde mate van importantie. Zeker in een plechtig nummer als England is dat goed te horen. Helaas had The National aan het begin van hun set last van geluidsproblemen die pas over de helft werden verholpen. Dapper om toch door te spelen, als je weet dat elk lied gewoon slecht klinkt en op die manier ongelofelijk aan kracht inboet, en het was aandoenlijk om te zien hoe vervelend Berninger het vond. Toen de problemen eenmaal over waren hervatte de band zich gelukkig en liet zien wat ze echt in huis hebben. England was al genoemd, ook Fake Empire en natuurlijk Terrible Love bliezen ons omver. Al met al zonde van de eerste helft, maar wat we in de tweede helft hebben gehoord bewijst wel dat The National een ijzersterk concert kan neerzetten. Een waardige festivalafsluiter. O ja, driemaal raden waar The National vandaan komt…

Eindoordeel: Haldern Pop is een klein, gezellig festival met een paar voordelen ten opzichte van grotere festivals, zoals het veel goedkopere eten, de schone WC’s – porseleinen potten nota bene! – en draadloos internet op grote delen van het terrein. Helaas waren er ook een paar dingen slecht geregeld: de chaos rondom de Spiegelzelt donderdag was al genoemd, ook wat betreft de perstent waren er enkele misverstanden en er was misschien iets te veel controle.

De line-up was heel erg goed en ondanks enkele tegenvallers hebben we dagelijks genoten van goede optredens. Wel jammer dat de verdeling van de bands zo ongebalanceerd was: dat de donderdag niet zulke grote namen had vanwege het ontbreken van een mainstage kan ik nog inkomen, maar ook de balans tussen de vrijdag en zaterdag was niet helemaal goed.

Kortom: een leuk festival op een goede locatie met zeker zaterdag prachtig weer en een line-up die niet doet vermoeden dat er maar 5000 kaartjes verkocht worden. Terecht uitverkocht en de logistieke oneffenheden nemen we maar voor lief. Voor alle liefhebbers van indiemuziek een aanrader!

Was de Haldernse Spiegelzelt donderdag nog te klein voor de 5000 man die op het kleinschalige festival vlakbij de Duits-Nederlandse grens zijn afgekomen en waarvan er meer Nederlands te lijken spreken dan Duits, gisteren kreeg het terrein een flinke uitbreiding: ook het gebied rondom de main stage werd geopend, waar die dag ook een aantal bands speelden. In de perstent laaide al de discussie op of de festivaldonderdag wel nuttig was, of dat de main stage die dag ook al open zou moeten zijn, maar hoger geplaatste mensen binnen het festival beslechtten de discussie met een argumentum ad antiquitatem – zo gaat het al een aantal jaar goed, waarom zouden we het veranderen?

Enfin, vrijdag was de tent helemaal niet zo vol toen de Britse folkzangeres Laura Marling met haar band een paar zeer mooie liedjes liet horen. Haar tweede album I Speak Because I Can is helaas langs ons heen gegaan, maar afgaande op dit live-optreden zou ik haar plaatsen tussen Freak-folk / New Weird America-zangeressen als Joanna Newsom en Alela Diane, maar dan een stuk lieflijker. De muzikale begeleiding was bij vlagen bombastisch maar het was toch echt om de  betoverende stem te doen. De liedjes waarbij ze zichzelf alleen op gitaar begeleidde waren dan ook het mooist, maar het hele optreden was van begin tot einde boeiend.

Ons boeien, iets wat de laatste twee nummers van nieuwe soulsensatie Rox duidelijk niet konden. Hier hebben we verder niks over te zeggen, flauwe discosoul-meestampers die weinig meer te maken maken hebben met de groten van vroeger.

Het tafelvoetballen in de perstent – uw favoriete team Beautiful Freaks speelde uit en verloor – was te spannend om te kijken of Delphic nou die middelmatige indiegitaarrock-nerds waren of een hardcorehouseband met ronduit slechte elektro-stampers. In het voorbijgaan bleek het laatste het geval te zijn, Typisch gevalletje ‘niet ons ding’. Ook Post War Years, de groep in de circustent waar we naar of weg waren, bleek eerder saai dan spannend.

De eerste goede mainstage-act van de dag, Mumford & Sons, maakte de belofte gelukkig wel waar. Een van de acts waarvoor we zijn afgedaald naar Haldern, in het genre epic folk, folkmuziek met een groots gebaar. Dat is ook precies wat Marcus Mumford en zijn band in korte tijd zo populair heeft gemaakt: de grens met de rock wordt opgezocht en de band weet het zelfs voor elkaar te krijgen om folk dansbaar te maken. Gokje: volgend jaar op de mainstage van Werchter?
Toch kon de band uw verslaggevers ter plaatse maar ten dele overtuigen: weliswaar zijn vrijwel alle liedjes pakkend en de singles – The Cave als fantastische opener en Little Lion Man mid-set – daadwerkelijke hoogtepunten, maar uiteindelijk gebruiken ze toch steeds hetzelfde trucje. Dat wordt vooral duidelijk als er  ook een paar nieuwe nummers worden gespeeld – die hadden zo op Sigh No More kunnen staan.

Maar toch, met zo’n goede show zou je haast vergeten dat de echte headliner van de Haldern-vrijdag niet Mumford & Sons, maar het Nieuw-Mexicaanse balkancollectief Beirut is, onder leiding van Zach Condon. Mijn verwachtingen lagen nog altijd in de lijn van het dieptreurige en melancholische muziek van hun debuut Gulag Orkestar, dat me nog het meeste deed denken aan Gulaschsuppe in de Oost-Europese winter, met een scheutje wodka natuurlijk. Maar wat Condon en consorten op het podium neerzetten was meer geschikt voor een dronkelappenpolonaise. Het publiek hielp daar ook bij mee. Het was heus niet slecht, maar totaal niet wat we van de band verwacht of gehoopt hadden.

Vandaag, zaterdag dus, belooft verreweg de beste dag te worden van Haldern Pop 2010, met The Tallest Man on Earth, Yeasayer en The National als festivalafsluiter. Daarvan morgen een verslag. En entschuldigung voor het ontbreken van beeldmateriaal: de fotocamera ligt helaas nog in het hoofdkantoor in Amsterdam.

Uw favoriete festivalverslaggevers Abel en Caspar zijn dit weekend aanwezig op het Duitse indiefestival Haldern Pop. Het festival kan beschouwd worden als het Duitse en veel kleinere broertje van Lowlands, met een capaciteit van circa 5000 bezoekers. Maar de line-up zou dat niet doen vermoeden. Met headlining acts als Mumford & Sons, Beirut en festivalafsluiter The National belooft Haldern Pop heel wat goeds voor liefhebbers van alternatieve muziek.

De eerste dag van het kleine festival nabij de Duits-Nederlandse grens is meer een voorbereiding dan een volwaardige festivaldag; het terrein rondom de main stage blijft die dag gesloten, waardoor alle bands in de veel kleinere Spiegelzelt spelen, met een tientallen meters lange wachtrij tot gevolg. Desalniettemin traden er die dag enkele mooie namen op, met later op de avond Beach House en Cymbals Eat Guitars achter elkaar – een ware ode aan de shoegaze.

Maar eerst David Ford, die het festival mocht openen. Zijn bijtende en rauwe liedjes overtuigden het publiek met gemak. De muziek zelf liep uiteen van tentvullende gitaarmuren en echozang tot minieme pianobegeleiding van Ford zelf. Zijn poging om Duits te praten was weliswaar erbarmelijk, maar dat gaf hij zelf ook ruimhartig toe – ‘Main Doitsj iest sjreklich’. Helaas paste de grote uithalen van Ford niet altijd bij de muzikale begeleiding en verviel hij dan ook regelmatig tot hol pathos.

Door een domme fout van de festivalorganisatie – het tijdschema op de website was niet goed geupdate – wisten wij niet dat het IJslandse Seabear een heel stuk hoger op de affiche was komen te staan, waardoor Cymbals Eat Guitars een uur eerder begon. Die hebben we dus gemist, maar voor de betoverende geluiden van Beach House kwamen we de tent nog wel binnen.

Muziek om je ogen bij te sluiten, noemde ik het al, en dat was in de Spiegelzelt van Haldern niet minder het geval. Veel werk van hun nieuwste album Teen Dream werd gespeeld, waarbij de ijle zang van Victoria LeGrand live een volume krijgt gelijk aan dat van Florence Welsh. Jammer genoeg kwam de band niet zo goed tot hun recht in de circustent van Haldern als in de Amsterdamse tempel waar wij ze eerder zagen.

Het Duitse festival – volgens het principe ‘wie het kleine niet eert, is het grote niet weert’ – heeft nog een derde plek voor optredens, namelijk de Haldern Pop Bar verderop in het dorp. Hier trad donderdagavond de Belgische band Isbells op, de Bon Iver van de lage landen. In plaats van op te treden in de snikhete dorpskroeg, waar ook nog de elektriciteit uitviel en de apparatuur niet wilde meewerken, besloten zij op het pleintje voor de bar te spelen. Akoestisch dus, met een kring van mensen eromheen. Had Isbells in mei nog problemen met Paradiso’s luidruchtige publiek, nu kregen ze het voor elkaar om rond de 150 man doodstil te krijgen – wat natuurlijk veel moeilijker is dan je luisteraars uit hun dak te laten gaan. Tot nu toe het bijzonderste en indrukwekkendste Haldern-optreden, van de kaalste band van Belgie.

Daarna geen zin meer hebbend om nog te kijken naar wat ons nog onbekende bands in de spiegeltent gingen proberen, zijn we de tent ingedoken. Vandaag onder andere Mumford & Sons, en daarnaast kunnen we vandaag eindelijk gebruikmaken van de genotten van de perstent. Hoewel er ook wifi-dekking voor ‘gewone’ bezoekers is op het hele terrein.

Na Rock Werchter en PinkPop was het derde festival van dit jaar aangebroken, eentje van een ander soort; North Sea Jazz. Een overdekt festival in Ahoy, een week na Rock Werchter. Werchter was een geweldige ervaring en sfeervol als wat, zelfs de camping was ‘genieten’. North Sea Jazz was heel anders; het publiek was intellectueler en aandachtiger voor de muziek en kwam niet alleen voor het bier. Het festival heeft de uitstraling van een leuk jazz festival, maar als je eenmaal binnenkomt zie je dat het, meer dan pop-/rockfestivals, een commerciële fabriek is geworden.

continue reading…

The National @ TivoliPas enkele dagen teruggekomen van de festivalweide van Rock Werchter, stonden we afgelopen woensdagavond al weer in Tivoli, bij een concert van de in alternatieve kringen befaamde band The National. Wat een verandering, van het inhoudsloze, dronken festivalpubliek naar het serieuze en aandachtige zaalpubliek, maar dat moet ook wel als je naar The National gaat. Ze hebben al vijf cd’s uit maar spelen nog steeds in relatief kleine zalen (zoals Paradiso en dus ook Tivoli), maar verkopen die dan wel snel uit. Caspar en ik wilden naar onze thuishaven Paradiso gaan, maar met de tijd dat we er achter kwamen dat ze daar optraden was het al lang uitverkocht, dus zijn we maar naar het Utrechtse Tivoli vertokken. De vorige keer dat we daar waren trad Elbow op toen ze net The Seldom Seen Kid hadden gereleased.Dat was al een jaar geleden dus het was weer even wennen na al die concerten in Paradiso. The National’s nieuwste album, High Violet, werd door de hele scene als een prachtstuk ervaren, zo ook door Caspar en mij. Dit en positieve reacties van vorige concerten van The National zorgden ervoor dat wij er veel van verwachtten.

continue reading…

1. Eels – Beautiful Freak

2. Joanna Newsom – Good Intentions Paving Company
3. Heather Nova – Wanna Be Your Light
4. John Grant – I Wanna Go to Marz

5. The Frames – Seven Day Mile
6. Point Quiet – Nortena
7. The Swell Season – Low Rising

8. Silence Is Sexy – Here Comes the Wave
9. De Staat – The Fantastic Journey of the Underground Man (remix by DJ DNA)
10. NeWax – Pow Pow Pow

11. The The – Darkness Cannot Exist in the Presence of Light
12. Matt Henshaw – The Deepest Cellar
13. Kula Shaker – High in Heaven

14. Vampire Weekend – Cape Cod Kwassa Kwassa
15. Editors – Bricks & Mortar

16. Green Day – 21st Century Breakdown
17. Stereophonics – Mr. Writer
18. Pearl Jam – Baba O’riley

continue reading…

Misschien heeft ‘de trouwe luisteraar’ het al wel gehoord, net als de mensen die trouw onze blog bezoeken: Abel en ik zijn een nieuw project gestart, namelijk het ‘Mogadishu Music Festival’. Een linkje staat al in de sidebar en ook op de radio hebben we het een en ander uitgelegd, maar nu het steeds groter begint te worden vonden we een officieel bericht op onze blog wel nodig. Wat is dat dan, dat Mogadishu Music Festival? Lees het in de rest van het bericht!

continue reading…